Jesse Damon: Damon’s Rage

Jesse’s verhaal begint terug in de gloriedagen van de jaren tachtig als de leadzanger en gitarist bij de band Silent Rage. Die kreeg in 1989 internationale bekendheid door te tekenen bij Simmons / RCA Records voor hun tweede release ‘Don’t Touch Me There’. In deze periode schreef Jesse zelfs samen Gene Simmons (bassist van Kiss) het nummer “Thou Shalt Not” van het Kiss album ‘Revenge’. In 2002 nam hij samen met Simmons nog ‘Everybody Needs Somebody’ op van zijn eigen debuutalbum ‘The Hand That Rocks’. Jesse Damon begon een solocarrière en brengt met Damon’s Rage zijn zesde soloalbum uit. Qua zang en gitaarwerk scoort ‘Play To Win’ voortreffelijk en de portie melodie is om je vingers af te likken. Je voelt de jarenlange ervaring in dit openingsnummer. Met dezelfde gedrevenheid maar met een extra portie melancholie gaat ‘Love Gone Wild’ verder. Twee nummers die eigenlijk al een vrij positieve stempel op het album zetten. Ook de titeltrack ‘Damon’s Rage’ is qua energie meer dan goed voorzien. De melodieuze zanglijnen in het refrein laten je onbewust meebewegen. Met ‘Electric Magic’ en ‘Tell Me Lili’ draait het wat voor mij. De nummers beginnen een pak minder intens en blijven een portie negativiteit en duisternis met zich meeslepen. Er zit ook weinig variatie in en de passieve onderlaag laat mijn vingers kriebelen om de skipknop te gebruiken. Het hammond orgel op de achtergrond van ‘Here Comes Trouble’ zorgt voor extra seventies sfeer, terwijl de rest het allemaal een stuk meer hedendaags houdt. Het virtuoos gitaarwerk is ook hier op een knappe manier met orgel en drum in elkaar vernesteld dat het niet opvalt en juist daarom is het een vermelding waardig. ‘Love Is The Answer’ is een rustiger nummer waar de vocalen meer de aandacht krijgen. Die kan je ongeveer omschrijven als een kruisbestuiving van Nic Maeder en Carsten ‘Lizard’ Schulz. Beide heren hebben eigen skills, die hier lijken samengesmolten te worden. Een snarenplukker weet zichzelf te etaleren in het midtempo en melodieuze rocknummer ‘Shadows Of Love’, dat er daarom bovenuit springt. Met eenzelfde geladenheid en dreunend traag ritme zoals je dit bij ‘Who Want’s To Love Forever’ van Queen kan vinden, sleept deze ‘Flyin’ Dutchman’ zich vooruit. Een zwaar maar subliem nummer met een gelijkaardige uitstraling. De hammond in ‘Adrenaline’ laat het geheel voller klinken. De ballad ‘Lonely Tonight’ krijgt in zijn refreinen wat extra power maar het blijft telkens beperkt om van een power ballad te spreken. Afsluiter ‘Wildest Dreams’ beukt op eenzelfde ritme als ‘Flyin’ Dutchman’, het nummer is echter een pak minder beladen en mist ballen om het even sterk waar te maken zoals zijn voorganger. Twaalf nummers op een album is niet weinig. Een album dat qua lengte flirt met een vol uur is hedendaags niet vaak voorkomend. Het woordje ‘vuller’ komt dan ook vrij rap achter het hoekje kijken. Die heb ik een tweetal keer tegen gekomen en mochten die nummers er niet opgestaan hebben, zou het album er voor mij wellicht beter uitgekomen zijn. Gelukkig bestaat de rest van het album vol beter werk. Kwestie van smaken, maar we onthouden vooral enkele hele goede en krachtige songs naast het goed behaalde gemiddelde.

Rocking Klingon (80)

AOR Heaven AOR 00200

Tracklist: 1. Play To Win 2. Love Gone Wild 3. Damon’s Rage 4. Electric Magic 5. Tell Me Lili 6. Here Comes Trouble 7. Love Is The Answer 8. Shadows Of Love 9. Flyin’ Dutchman 10. Adrenaline 11. Lonely Tonight 12. Wildest Dreams