Eluveitie, Trix.

Eluveitie, supports: Lacuna Coil, Infected Rain – 10/11/2019 – Trix, Antwerpen.

Alle goede dingen bestaan uit drie. Afgaande op de samenstelling van deze affiche kan ik dit alleen beamen. De passage van Eluveitie en gasten was er één waar al lang naar uitgekeken werd en één waar je maar niet op uitgekeken zou geraken. Nu toetsen we bij MUSIKA liefst de verwachtingen aan de realiteit om onze eerbiedwaardige lezers geen ontgoochelingen te bezorgen en ook wel omdat we heel graag naar concerten en festivals gaan natuurlijk.

Lacuna Coil mocht er vrij vroeg aan beginnen. Op zich geen probleem voor een zondagavond. Had dit in de week geweest dan was het een ander verhaal geweest om tijdig de Trix te bereiken. Maar ook op een zondag waren de wachtrijen om binnen te geraken vrij lang gezien het bordje ‘uitverkocht’ aan de ingang. We nemen graag wat tijd om meer veiligheid, maar ik vermoed dat sommigen gaan gevloekt hebben bij het aanschuiven.

In elk geval hadden de afwezigen ongelijk, want Infected Rain mocht een half uur schitteren op het podium, iets wat ze ondertussen tot in de puntjes geleerd hebben. Niet dat ze zo’n evolutie doorgemaakt hebben, want deze band stond er jaren geleden al, toen ze nog in een klein cafeetje (nee, niet aan de haven, maar in Waregem) vriend en vijand verraste met een set om vingers en duimen af te likken, behalve deze schrijver die een metal liefhebbende cafébazin annex concertorganisatrice ervan overtuigde deze Moldaviërs te helpen bij het vullen in het gaatje in hun agenda. Ondertussen moeten de gaatjes al lang niet meer gevuld worden, want Infected Rain kan en mag nu gebruik maken van de machine die Napalm Records is om bands te promoten. Dat er mensen zijn die enkel en alleen hiervoor gekomen waren, hoeft zelfs geen betoog. De rij achteraf om een glimp, een foto of een knuffel van Lena en Co te krijgen was lang en wordt show na show langer. Als ze ooit aandelen uitbrengen, koop dan maar direct, want Infected Rain is een zekere belegging. “Ze worden groter en groter en groter” om de woorden van een zekere Museeuw te gebruiken. Het nieuwe album kreeg aandacht, maar enkele bandklassiekers mochten zeker ook niet ontbreken.

Met een glimlach van hier tot in Tokio mochten we vervolgens Lacuna Coil opwachten voor een (ook te korte) set van elf nummers, waarvan vier uit het machtige nieuwe album. Zoals ik onlangs nog formuleerde in de review van ‘Black Anima’, Lacuna Coil is uniek. Luister niet naar criticasters: ze hebben het mis. Lacuna Coil is genietbaarder dan ooit. Deze band rockt de pannen van het dak. Christina zingt als een nachtegaal en Andrea grunt als de beste. Bij het inzetten van ‘Enjoy The Silence’ gat het dak eraf. Het leuke is dat er nog steeds mensen zijn die deze band ontdekken. Jonge mensen die meteen de draad oppikken bij het aanhoren van zoveel muzikaal genot. De set is één oorgasme van begin tot eind, waarbij het publiek participeert alsof ze met de hoofdact hebben te maken. Eigenlijk is Lacuna Coil altijd een hoofdact. Italia rules the soundwaves.

Of kan er iemand evenaren of zelfs overtreffen? Tuurlijk da! Of wat dacht je dat Eluveitie zou doen. Zelf heb ik deze Zwitserse death folk metal machine nog nooit weten ontgoochelen. Voor Eluveitie is elk optreden welgemeend een feest, anders kan je niet brengen wat zij doen. Het nieuwste album, Ategnatos’, leverde de hoofdbrok van de nummers af, logisch want hun jongste telg is er één die mag gehoord worden. Ook in dit geval is het onmogelijk te verwijzen naar hoogtepunten. Sommige nummers lenen zich uiteraard beter dan ander om mee te zingen, maar dat wil niet zeggen dat andere nummers daarom minder enthousiast onthaald worden. Nee, Eluveitie is een festijn voor oog en oor. Na afsluiter ‘Helvetios’ keerde de band vrij snel terug voor de bisnummers. Met ‘Inis Mona’ viel het doek voorgoed over deze memorabele avond.

Wie afwezig was krijgt een herkansing in april 2020 wanneer alle drie de bands Durbuy Rock Fest aandoen. Ik zou zeggen: “Mis deze niet”.

Met dank aan Florian Milz (Nuclear Blast).

Tekst: Frederik Blieck.

Foto’s: Luc Ghyselen.