Lokerse Feesten, Punkrockdag, Lokeren.

Lokerse Feesten, Punkrockdag – 06/08/2019 – Grote Kaai, Lokeren.

Heel lang geleden was er eens een viertal Amerikaanse jongeren uit Queens die het idee opperden om de snelste band ter wereld op te richten. 30 maart 1974 was het zover, het live debuut. Het ging zo hard dat nauwelijks een paar maanden later al in CBGB mochten spelen. Een jaar later tekende deze band een contract bij CBS. Ondertussen aan de andere kant van de oceaan hadden een aantal jeugdhuizen uit Lokeren de koppen bijeen gestoken om een feestje te bouwen. Het feestje werd het jaar erop herhaald en groeide uit tot Lokerse Feesten. De band uit Queens groeide uit tot een van de meest tot de verbeelding sprekende groepen van de rockgeschiedenis: Ramones. Ramones speelden nooit op Lokerse Feesten en behoren ondertussen tot de geschiedenis. Het laatste oorspronkelijke lid stierf in 2014: Tommy Ramone. Tommy Ramone stond reeds in 1978 zijn plaats af aan Marky Ramone. Marky was de drummer van Ramones tot aan het einde in 1996 (met uitzondering van een viertal jaren). Nu 45 jaar later hebben de Lokerse Feesten en de erfenis van Ramones elkaar eindelijk gevonden. Marky Ramone’s Blitzkrieg mocht op de punkrockdag van de 45e editie de debatten openen. Eenentwintig nummers lang mochten we genieten van “1,2,3,4”, “gabba, gabba, hey” en ‘hey ho, let’s go”, oerkreten die niets betekenen voor de leek, maar alles voor de Ramones-fan. De setlist bestond uit niets dan klassiekers: ‘Rockaway Beach’, ‘Teenage Lobotomy’, ‘Do You Wanna Dance?’, ‘Sheena Is A Punk Rocker’, ‘Havana Affair’, ‘Commando’, ‘Beat on the Brat’, ‘Now I Wanna Sniff Some Glue’, ‘Gimme Gimme Shock Treatment’, ‘Let’s Dance’, ‘Surfin’ Bird’, ‘Judy Is a Punk’, ‘The KKK Took My Baby Away’, ‘Do You Remember Rock ‘N’ Roll Radio?’, ‘I Wanna Be Sedated’, ‘I Don’t Wanna Walk Around With You’, ‘Pinhead’, ‘Cretin Hop’, ‘California Sun’, ‘R.A.M.O.N.E.S.’ en ‘Blitzkrieg Bop’. Uiteraard ontbraken er enkele parels, want een uur is niet voldoende om alles Ramones klassiekers op te voeren. Ramones zijn anno 2019 hipper dan ze ooit geweest zijn en dat is niet meer dan verdiend. En Marky Ramone’s Blitzkrieg brengt op gepaste wijze hulde aan deze legende.

Tweede band van de avond was ook al zo’n legendarische band: The Damned. Ramones zijn dan wellicht de allereerste punk band ooit die naam waardig. The Damned was de eerste Europese punkband die een single (‘New Rose’, 1976) en een album (‘Damned Damned Damned’, 1977) uitbracht. The Damned is altijd al een eigenaardige band geweest. Geen wonder dat ze dan ook goed bevriend waren met die andere legende, Lemmy van Motorhead. The Damned zijn altijd punk geweest omdat ze nooit anders gedaan hebben dan datgene dat ze dachten te moeten doen, wars van alle trends. Veel punkbands werden na verloop van tijd ene parodie van zichzelf, voornamelijk door zichzelf te blijven herhalen. The Damned bracht met ieder album vernieuwing, soms met succes, even vaak (onterecht overigens) zonder succes. Anno 2019 zijn enkel Dave Vanian en Captain Sensible de enige overgebleven originele leden, maar de rest van de band vormt al jaren een stabiele eenheid. Dat merk je ook live. Naar aanleiding van de veertigste verjaardag van hun derde album, ‘Machine Gun Etiquette’, brachten ze dit album integraal. Mij zal je niet horen klagen, want ‘Machine Gun Etiquette’ heeft ondertussen al lang zijn waarde bewezen met klassiekers als ‘Love Song’, Plan 9 Channel 7’, ‘I Just Can’t Be Happy Today’ en het door The Offspring gecoverde ‘Smash It Up’, wat de band overigens aankondigde als een The Offspring cover. Grapjassen. Het publiek stond erbij en keek er vooral naar, misschien zijn diegene die het allemaal nog meegemaakt hebben al lang dood of in vegetatieve toestand, maar velen leken The Damned niet te kennen. ‘Ignite’ genoot wel wat bijval doordat het publiek ‘Wo ho wo ho wo ho ho ho’ mocht meebrullen. Daarna volgden ‘New Rose’ en het schitterende ‘Neat Neat Neat’. Afsluiten deden ze met ‘Jet Boy, Jet Girl’, een Elton Motello nummer waarvan de meesten de backbeat kennen als deze van ‘Ca plane pour moi’. Wederom, grapjassen.

Na de universele legendes was de tijd gekomen voor de lokale legende, namelijk het wederoptreden van Heideroosjes. Zeven jaar geleden hield de band ermee op na een periode van drieëntwintig jaar. Maar, maar, maar … het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Anders gezegd, de aard van het beestje duikt vroeg of laat de kop op. De band wordt er niet jonger om maar de populariteit neemt alleen nog maar toe. Vele waren gekomen om de sfeer van Heideroosjes op te snuiven: deze keer geen lijm, maar authentiek Nederlands Limburgs punkzweet. En het was boenk erop van de eerste seconde tot de laatste seconde, inclusief moshpits, wall of death en crowdsurfers. Passeerden de revue: ‘Ik wil niks!’, ‘Break the Public Peace’, ‘Time Is Ticking Away’, ‘Damclub Hooligan’, ‘Homesick for a Place That Does Not Exist’, ‘Fistful of Ideals’, ‘Lekker belangrijk’, ‘I’m Not Deaf (I’m Just Ignoring You!)’, ‘Ik zie je later’, ‘We’re All Fucked Up’, ‘Nothing’s Wrong’, ‘Iedereen is gek (Behalve jij)’, ‘Klapvee / Goede tijden, slechte tijden /madame in een bontjas(urbanus) Tering tyfus takketrut’, ‘United Scum’. Wat was me dat?

Dan maar even afkoelen middels Cocaine Piss? Vergeet het. Cocaine Piss speelde niet op het groot podium, maar op het tweede podium in een zaal zo’n driehonderd meter verderop. Er er was tijd genoeg om Belgisch meest veelbelovende punkgroep te gaan bewonderen. Cocaine Piss is een punkgroep qua attitude, maar niet qua muziekstijl. Cocaine Piss is een muziekstijl op zich. Een zangeres die zingt zoals geen ander, een band die kakofonie tot kunststijl an sich verheft, maar het klinkt wel … hemels. Live is Cocaine Piss één muzikale bruistablet tot het op is. Wanneer dat is, daar heeft het publiek gewoonweg het raden naar. Aurélie Poppins leidt het bal infernale naar de afgrond, in dit geval gewoon het publiek in. Daar voelt ze zich blijkbaar thuis, want al zingende neemt ze de tijd om de aanwezigen aan de tand te voelen. Let wel op de microfoonkabel want die leidt een eigen leven en zou je wel eens de nek kunnen omwringen. Eigen onzinnig is misschien het adjectief die het best bij deze band zou passen. Stop making sense, start making nonsense!

Terug naar het hoofdpodium. Daar was NOFX al uit de startblokken geschoten. Deze Amerikaanse band gaat ook al mee van 1983 en de leden zijn nog steeds dezelfde. Ongelooflijk eigenlijk. Ik denk dat de verklaring ligt in het feit dat deze mannen goed kunnen relativeren en zichzelf niet te hoog inschatten, laat staan au serieux nemen. Alle gekheid in een rokje (dat van zanger Fat Mike) … en vertrokken zijn ze voor een set vol ongein en gezever voor, tussen en na de nummers. Die nummers zelf stellen wat mij betreft niet veel voor, typische Amerikaanse punk(pop) zoals je ook aantreft bij Sum41, Blink 182, Anti-Flag, etc. Volgende nummers werden opgevoerd: ‘Dinosaurs Will Die’, ‘Murder the Government’, ‘Les Champs-Élysées’, ‘Perfect Government’, ‘72 Hookers’, ‘Six Years On Dope’, ‘’Stickin’ in My Eye’, ‘We March to the Beat of Indifferent Drum’, ‘I Don’t Like Me Anymore’, ‘Seeing Double at the Triple Rock’, ‘Herojuana’, ‘I’m Telling Tim’, ‘Bob’, ‘Eat the Meek’, ‘I’m So Sorry Tony’, ‘Linoleum’, ‘Kill All the White Man’. Belangrijkste verdienste van NOFX is dat ze indertijd The Offspring mee op toer namen naar Europa en zo het Europese publiek lieten kennismaken met de misschien wel meest succesvolle punkband aller tijden (abstractie makende van Green Day).

Het was een beetje wachten op The Offspring. Gelukkig werd dit vlug gecompenseerd door een band die met plezier op het podium stond met maar één doel, “het aanwezige publiek volledig in te pakken”. Daarvoor hadden ze genoeg materiaal in huis. Het publiek werd dan ook gebombardeerd met een aaneenrijging van hits en klassiekers: ‘Americana’, ‘All I Want’, ‘Come Out and Play’, ‘It Won’t Get Better’, ‘Want You Bad’, ‘Original Prankster’, ‘Staring at the Sun’, ‘Whole Lotta Rosie’, ‘Bad Habit’, ‘Gotta Get Away’, ‘Gone Away’, ‘Why Don’t You Get a Job?’, ‘(Can’t Get My) Head Around You’, ‘Pretty Fly (For a White Guy)’, ‘The Kids Aren’t Alright’, ‘You’re Gonna Go Far, Kid’, ‘Self Esteem’. Die AC/DC cover had niet gehoeven (Bon Scott draaide zich een beetje in zijn graf denk ik) en de aanwezigheid van Fat Mike van NOFX op ‘The Kids Aren’t Alright’ was niet meer dan een aardigheidje. The Offspring is meer dan de moeite waard om live mee te maken. De frons op het gezicht vooraf maakte plaats voor een brede glimlach achteraf. Het valt me wel op dat wat pakweg vijfentwintig jaar geleden als hard werd bestempeld, vandaag een zachtgekookt eitje is. De muziek verandert snel, wordt harder, sneller, complexer, maar punk is nog bijlange niet dood. Het genre werd al duizend malen dood verklaard, verketterd, beschimpt, uitgelachen, veroordeeld, verboden en / of gemarginaliseerd. De populariteit nam alleen maar toe. Metal en punk, raak er niet aan of zoals een boemerang keert het zich tegen je met alle pijnlijke gevolgen van dien. Vraag het maar aan Tipper Gore, die zich onsterfelijk belachelijk maakte.

Met dank aan Amaury Van Kenhove en Sara Morillo.

Tekst: Frederik Blieck.

Foto’s: Erwin Poppe.