Chris Bay, 9 september 2021.

Chris Bay, De Verlichte Geest, Roeselare.

Wie er niet bij was zal niet snappen dat ik deze morgen wakker werd met “O O Yeah Yeah” in mijn hoofd. Spontaan begon ik het deuntje te zingen en een brede glimlach deed me terugdenken aan de toffe en sfeervolle avond die ik mocht beleven in De Verlichte Geest. Gastzanger was Chris Bay, frontman van Freedom Call, die het voor de gelegenheid eens solo aanpakte in deze moeilijke tijden. Toen ik aankwam werd ik meteen aangenaam verrast door enkele vrienden die buiten met Chris aan het babbelen waren en ik rolde automatisch mee in het gesprek. De sympathieke man bleek al een rit van negen uren achter de kiezen te hebben. Om dan nog eens op een podium alles te geven, respect is een understatement in dit geval.

Rond 21u kwam Mr Bay het podium op, dat enkel met een microfoon en twee gitaren gevuld was. Solo, akoestisch, het is een benadering waar niet elke metalfan direct voor staat te springen. Uitgerekend op een weekdag in tijden waar je bij het uitspreken van “Corona” niet meer het biermerk bedoelt, ja, je snapt ook wel dat de club niet tot in de nokken gevuld was. Maar de afwezigen bleken zich wel degelijk te vergissen. Wist ik toen veel wat op me af zou komen.

De frontman bleek de avond in een drietal stukken op te delen. Jawel, we werden getrakteerd op een zesentwintig nummers, die deels uit zijn eigen solowerk van 2018 kwam, een deel herschreven Freedom Call nummers en een aantal covers die in een mix door elkaar gebracht werden. Die soloplaat mag je zien als een aantal eigen nummers die hij in het “Freedom Call-jasje” niet kwijt kon, gaande van big rock naar power pop.

Waar de man de energie haalt, het is een mirakel, maar gezwind beet ‘Flying Hearts’, het eerste nummer van zijn debuut, de kop af en we waren vertrokken voor een eerste sessie. Na het tweede nummer ‘Misty Rain’ kwam een ingetogen applaus, maar Chris wou en verdiende meer en besloot het einde gewoon nog eens over te doen. En dat werkte, want hij vergeleek het zelfs met zijn passage op Alcatraz van enkele weken geleden. Best grappig want veel nummers betekent ook veel bindteksten en je kunt ook niet na elk nummer de aanwezigen bedanken ondanks de pandemie …. Hij kon het boeiend houden door nu en dan wat anekdotes te vertellen. Zo kwamen we te weten dat hij een tijdje geleden met Freedom Call in Japan was en na een optreden gecontacteerd werd om een videoclip op te nemen. Dat bleek achteraf ‘Hollywood Dancer’ van zijn solowerk te worden.

Het herschrijven van de nummers, die vaak zoveel instrumenten bevatten, was vaak een ferme opdracht. De dubbele basdrum-ritmesessies geven soms zoveel ondersteuning dat een nummer erdoor herkend wordt, alhoewel meer de melodielijn een nummer een eigen identiteit geeft. Een verdiende eerste pauze gebruikte de frontman om zich wat op te frissen en wat met zijn publiek te babbelen.

Het tweede deel van de avond bleek op eenzelfde formule te draaien qua nummer selectie. ‘The Quest’ was één van de Freedom Call nummers die naar eigen zeggen moeilijk herschrijfbaar waren wegens het wellicht meest progressieve karakter dat een Freedom Call nummer heeft. Van het laatste album ‘M.E.T.A.L.’ bracht hij ook ‘Metal Is For Everyone’, die door het, naar eigen zeggen “fantastic audience” meegezongen werd. We mogen trots zijn dat hij onze zangstonde nagenoeg niet kon onderscheiden van die keer in Tjechië met 7000 man. Ja, de man heeft humor en kon gelukkig relativeren.

Eén muzikant en een gitaar, een opwindende fotoreeks kan het niet worden. En toch viel het me soms op dat ik verschillende nummers aan zijn lippen hing en mijn fototoestel gewoonweg vergat. Een derde deel kwamen enkele covers, zoals een erg breekbare versie van ‘Run To The Hills’. Zelfs Gotthard ontbrak niet met ‘Mighty Quinn’. En plots brak een snaar letterlijk het ritme en moest de entertainer zich met een ander snarenmonster verhelpen. Op het nippertje kon Chris een wall of death voorkomen toen ook ‘Poison’ van Alice Cooper ingezet werd. Ja, de vaak grappige bindteksten, het was echt uitkijken wat hij uit zijn mouw zou schudden. De klassieker ‘We’re Not Gonna Take It’ passeerde ook niet onopvallend en toen hij zijn publiek iets hoger dan Wacken en Alcatraz ingeschat had, konden we toch niet serieus meer blijven. En dat deed hij dan ook niet toen ‘Power And Glory’ op een country-achtig schlagherdeuntje, zoals op de bierfeesten, iedereen liet meeklappen en genieten. Met ‘Nothing Else Matters’ en het daarbij gaande sterke gitaarwerk sloot onze Duitse gast een indrukwekkende setlist af.

Wat een avond vol verrassingen. De manier waarop de nummers zo puur en right-in-your-face binnenkwamen bij mij zorgen voor een diepe indruk. Ondanks het weekdag was en de man een lange rit op had zitten, entertainde hij meer dan twee uur, om de dag erna terug in Diest en Bree te gaan spelen. Torenhoog respect van deze eenzame muzikant die avond na avond op stap gaat om zelf zijn publiek op te zoeken om hem aan het werk te zien. Dit kon in De Verlichte Geest, een club die het risico durfde nemen in deze moeilijke tijden dit publiek die kans te geven. Een dikke merci staat hier meer dan ooit op zijn plaats.

Met dank aan Lucas Aebeydt.

Tekst en foto’s: Andy Malestaf.