Rival Sons, Trix.

Rival Sons, support: The Sheepdogs – 27/02/2019 – Trix, Antwerpen.

Rival Sons & The Sheepsdogs in de Trix, een affiche om naar uit te kijken en ik was duidelijk niet alleen want ook hier hing het bordje “soldout” aan de deur. Het zou de perfecte afsluiter zijn van een met zon overgoten vroege “lentedag” eind februari. Op de tonen van heerlijke good old time rock de beentjes los te gooien en de heupen te laten swingen … daar wordt een mens al eens vrolijk van.

Opener van dienst is de Canadese band The Sheepdogs. Opgericht in Saskatoon-Saskatchewan ergens in 2006. In de States en hun thuisbasis hebben ze reeds een aardige reputatie opgebouwd. Hier in Europa loopt het nog niet zo’n vaart al hebben deze heren reeds een vijftal albums op hun repertoire, waarvan ‘Changing Colours’ uit 2018 voorlopig het laatste huzaren stukje is. Hun muziek valt best te omschrijven als een blend van country / blues / Southern / retro rock geworteld in de late 60’s & early 70’s. Denk daarbij aan bands zoals vroege Doobie Brothers, The Allman Brothers, Lynyrd Skynyrd, CCR, … Ze zien eruit als een groep middelbare vaders – jeans, ribfluweel, cowboyhoed en lange haren – die nog eens samenkomen om wat classic tunes uit hun jeugd te spuien … dit hebben we al meerdere keren meegemaakt – coverbandjes genoeg in het genre – en zelden kan het bekoren. Ik bedoel daarmee, wie zit hier nog op te wachten? Maar hola!!! Wat nadien gebeurde was compleet onvoorstelbaar. These guys kicked ass and I mean they REALLY kicked ass!!! De band klinkt live een stuk harder en meer gedreven dan op plaat. Centraal in de live sound staan het goddeloos melodische bass geluid van Ryan Gullen en de stevige drums van Sam Corbett. Grillige lead dual guitar riffs, levendige rhythm guitar en ongelooflijke strakke harmonieën zijn voor rekening van Erwan Currie & Jim Bowskill. Shamus Currie zorgt met zijn vintage keyboards voor de final touch. Hoewel de band kiest voor een duidelijke Southern rock vibe hebben de meeste songs toch een hoog dansbaar gehalte, getuige de vele swingende lieden in het publiek. Er is iets unieks surrealistisch aan het aanschouwen van een volle zaal met overwegend twintigers en dertigers die overstag gaan voor The Sheepdogs. Voor mij persoonlijk zorgt dit samen met het oorverdovende applaus dat ze aan het eind van hun show kregen, voor de kippenvel momenten. Ik zelf ben een erg grote 60/70’s fan en mocht ik ooit nog in een bandje willen stappen dan is dit het soort band waar ik dolgraag deel van wil uitmaken. Mijn zieltje hebben ze alvast gewonnen. Rock ain’t dead, it’s very alive and kicking!!!!

* Setlist : I’m Gonna Be Myself / Hole Where My Heart / Who / Southern Dreaming / How Late How Long / Cool Down/Brass Ring / I Don’t Know / Help Us All / Feeling Good / Nobody

Als je “support act” al een diepe indruk nalaat bij het publiek, weet je dat je als band heel goed uit je kot zal moet komen. Wel, moeiteloos lost Rival Sons alle verwachtingen in. We krijgen hier te maken met vijf briljante, soms aan het geniale grenzende, muzikanten die tevens in bloedvorm verkeren. Gitarist Scott Holiday (de Amerikaanse Ruben Block?) weet hoe hij zijn stempel op een show moet drukken met zijn stomende riffs en bij het nekvel grijpende solo’s, maar mochten Robert Plant & Steve Marriott ooit samen een baby gehad hebben … his name was Jay Buchanan!!! Met zijn looks (Jim Morrison is nooit echt veraf) en ronduit fenomenale stem trekt hij alle aandacht naar zich toe. Veelal alle registers opentrekkend, de microfoon tot op armlengte houdend, soms ook heel bezwerend zodat de rillingen over je rug lopen. Superlatieven schieten hier te kort om te beschrijven wat deze wonderbaarlijke frontman aan attitude en présence uitstraalt op een podium. De overige groepsleden met Mike Miley (drums), Dave Beste (bass) aangevuld met touring member Todd Ögren (keyboards( zorgen voor het solide geluid dat zo eigen is aan de band en rocken kunnen ze als de beesten. De nadruk vanavond ligt op het nieuwe album ‘Feral Roots’ met maar liefst negen nummers! Waarvan ‘Back In the Woods’ en ‘Sugar On The Bone’ de show mogen openen en dat laat het beste vermoeden: mensen beginnen spontaan te heupwiegen en swingen op de groovy gitaarpartijen. De sfeer zit er meteen goed in, maar het is met stomende uitvoeringen van ’Pressure And Time’ en ‘Electric Man’ met zijn Jimmy Page achtige riffs en beukende baslijnen dat het publiek een eerste keer uit de bol gaat! ’Too Bad’ met zijn Sabbathiaanse riff weet er ook goed in te hakken maar dan gaat de show een wat rustiger moment opzoeken, niks mis mee, getuige het immens prachtig gezongen ‘Jordan’. ‘Feral Roots’ met een heerlijke partij slide guitar en ‘Torture’ waarbij Jay de tambourine uit de kast haalt zorgen ervoor dat het tempo terug wordt opgeschroefd. Maar met ‘Faces Of Light / Sacred Tongue’ krijgen we een tweede ballad voorgeschoteld en dat is wat van het goeie teveel, het haalt de schwung wat uit het optreden. maar dit is slechts iets in de marge van wat overigens een smetteloos optreden is, want wat volgt is een ware apotheose. ‘Imperial Joy’ laat het vuur terug opflakkeren, ‘Open My Eyes’ wordt ingezet met een heerlijke streep slide guitar en steekt het kot definitief in brand! Met ‘All Directions’, ‘End Of Forever’, ‘Do You Worst’ en ‘Shooting Stars’ krijgen we nog vier nummers uit ‘Feral Roots’ voorgeschoteld. Maar het is afsluiter ’Keep On Swinging’, misschien de beste song ooit van deze band, dat de boel laat ontploffen, (met een luidkeels meezingende menigte als toemaatje) en op magistrale wijze laat horen waarom Rival Sons nog steeds op eenzame hoogte staat, tot spijt van wie het benijdt! Wat een superband!!! Geen tierlantijntjes, noch technische snufjes, eerlijke soulvolle bluesy rock LIVE gebracht door vijf klasbakken. Zonder meer een iconische rockband met hun roots diepgeworteld in de seventies. Led Zeppelin meets Black Crowes meets Free … zalig!!!!

Met dank aan Cindy Duchene (Biebob).

Tekst en foto’s: Marc Callens.