Smackbound: Hostage

Het schrijven van eigen materiaal was voor de Finse zangeres en actrice Netta Laurenne de aanleiding om zo’n acht jaar geleden de roepnaam van haar coverband Run For Cover naar Smackbound te wijzigen. Enkele singles kondigden destijds hun debuut ’20/20′ aan, die voor een redelijke ravage gezorgd heeft. Haar samenwerking Laurenne/Louhimo, waarmee ze het jaar erop ‘The Reckoning’ uitbracht scoorde eveneens erg goed. Nu brengt de tweeënveertig jarige zangeres nieuw materiaal uit. Dit doet ze uiteraard niet alleen, maar samen met de bandleden gitarist Teemu Mäntysaari, bassist Tuomas Yli-Jaskari, keyboardspeler Vili Itäpelto en drummer Rolf Pilve. Van de gekende muzikale stijl werd nagenoeg niet afgeweken. De moderne twist tussen de rauwe rockpartijen blijft de rode draad, waar soms fluwelen vocalen doorheen lopen. Gelukkig zet de Finse schone nu en dan haar strot helemaal open, wat in een pak energieke dynamiek resulteert. De arrangementen zijn variaties van bijtende riffs en de dreunende ritmesessie met centraal de vocale harmonieën die de nummers telkens liften. Wat aarzelend grijpt ‘Reap’ de teugels op een wervelende laag toetsen in handen maar dit duurt niet lang. De opvallende combinatie van een opbouwende sequentie met de rauwe rock en dito indrukwekkende vocalen in het refrein zorgen voor heel sterk dynamisch bereik in eenzelfde nummer. Check ‘Change’ maar even, met pingelende toetsenwerk en het engelengezang dat vlotjes naar ruiger werk transformeert. Waar ze soms poezelig lief is, draait het plots om naar demonisch intens, wat meerdere keren de gemoedstoestand in de tracks in een fractie van een seconde vice versa laat omslaan. Idem bij ‘Razor Sharp’, waar de uptempo noten op het mes van de snede balanceren. Stevig uitpakken heet dat, jawadde, wat een strot heeft die. Na drie opeenvolgende nummers zakt het tempo misschien wel even, maar de brok energie trachten de Finnen constant te houden. ‘Rodrigo’ is een raar nummer dat bombastisch uitpakt en dan naar een basisbaslijn gereduceerd wordt. Dreunend en groovy zoekt het zijn identiteit, maar mondt al vlug uit in een stevige brok energiek refrein. In ‘Break’ worden de tragere partijen met intense stukken met elkaar verweven. Voor echt balladewerk moet je bij ‘Imperfect Day’ aankloppen. De riem wordt terug wat strakker gespannen in ‘Graveyard’ en ‘Traveling Back’, al begint deze laatste nog met een misleidend akoestische intro. We kunnen voorgaande nummers zien als voorsmaakje op het stevige rock ’n roll-getinte ‘Hold The Fire’, dat scheurend progressief snarenwerk met daardoor stevige, kronkelende vocale lijnen bevat. In een galopperend ritme zou je haast de pittige gitaarsolo niet opmerken. Idem in het titelnummer, dat in een fractie van seconden moeiteloos tussen rustig en intens switcht dankzij het (heb ik het al gezegd) vrij indrukwekkend gouden haantje. ‘The Edge’ sluit raadselachtig af met pianopartijen, die nu en dan ruw doorprikt worden. Zeker naar het eind wordt het heel ontspannen en mysterieus. Deze opvolger kunnen we niet zomaar in één woord omschrijven. Vernieuwend, energiek, uitbundig, fris, vocaal gedreven, zo kan ik nog wel even doorgaan, maar feit is dat het niet zomaar één van de velen is. Knap gebrachte nummers, die telkens rond Netta’s vocaal talent geschreven zijn. Meer dan de moeite om te ontdekken als je hun debuut gemist zou hebben.

Rocking Klingon (90)

Frontiers Records FRCD 1317

Tracklist: 1. Reap 2. Change 3. Razor Sharp 4. Rodrigo 5. Break 6. Imperfect Day 7. Graveyard 8. Traveling Back 9. Hold The Fire 10. Hostage 11. The Edge