Ravnkald: The Pagan Resistance

Ravnkald is een internationaal pagan black metal project dat in 2011 werd opgestart door Fauk en Marganor. Met elke nieuwe release onder de naam Ravnkald wijzigde de line-up zodat we voor ‘The Pagan Resistance’, het zesde full-album ten andere, uitkomen bij Lord Marganor (drums), Agöth Sterpe (gitaar, synthesizer) en Martyr Lucifer (vocals). Opener ‘Heilög Vötn’ zorgt voor een rustige start met regenval, kalme muziek en een verhalende stem. Een intro die verwachtingen creëert. Die worden ingelost met een furieuze start en knappe verderzetting tijdens ‘Nerthus’. Althans tijdens de openingsfase. De verhalende stem die wat later opduikt strooit eigenlijk wat roet in het eten. Gelukkig zorgen de furieuze black metal delen ervoor dat we niet volledig op onze honger blijven zitten. Toch missen we kilte, duisternis, dreiging en kracht, zeker als ook cleane vocalen hun opwachting maken. En dat gegeven blijft ons voor de rest van het album achtervolgen. Niet dat vocalist Martyr Lucifer het niet probeert met tal van stembuigingen doorheen het album, maar velen ervan pakken ons niet bij het nekvel, schudden ons niet door elkaar en laten ons al zeker niet verweesd achter. Maar het is niet enkel in het vocale departement dat we op onze honger blijven zitten, ook tijdens de meer ingetogen of heel rustige passages kijken we, bij wijze van spreken, geregeld naar onze klok. Je hebt het ondertussen waarschijnlijk begrepen: echt overweldigend – we drukken ons heel zacht uit – is dit nieuwe werkstuk van Ravnkald niet. We missen meestal kilte, duisternis, kracht en dreiging. Die komt natuurlijk wel aan bod, maar naar ons gevoel veel te weinig, zodat onze aandacht heel vaak weg glipt. Spijtig, want wij houden echt wel van een flinke dreigende streep pagan black metal.

Luc Ghyselen (55)

BlackHeavens Music

Tracklist: 1. Heilög Vötn 2. Nerthus 3. Circumumbalation 4. The Pagan Resistance 5. Her Heart Is A Grave 6. As Cold As Venom 7. The Wind Blowing On The Last Day 8. Epicedio – Sage And Whispering Ghosts 9. Heilög Vötn II