GMM, 20 juni 2025, dag 2.

***Noot van de redactie: Nee, accreditatie had MUSIKA niet voor GMM, dus ging onze medewerker er heen om te gaan genieten. Maar zie, in hem is er toch steeds een beestje dat blijft kriebelen en voor een achttal bands zette hij toch maar zijn werkmanspetje (MUSIKA) op. ***

Graspop Metal Meeting 2025, vrijdag 20 juni: Een dag van contrasten en knaloptredens.

Terwijl de ochtendzon de dauw verdreef en de eerste pinten rijkelijk begonnen te vloeien, barstte de eerste volledige festivaldag van Graspop Metal Meeting 2025 los. Een gevarieerde line-up stuurde het publiek van broeierige melancholie naar moordzuchtige blastbeats, van opgefokte circle pits tot een punkfeestje zonder weerga. Hier krijg je een idee hoe de vrijdag zich ontvouwde.

*Foto’s: Dead Poet Society*

Punt twaalf uur. Terwijl sommigen hun koffie nog niet op hadden, stonden de alternatieve rockers van Dead Poet Society al klaar op de “South Stage”. Met het recente album ‘Fission’ onder de arm en een setlist die draaide rond verlies, verslaving en innerlijke strijd, bracht de band uit Boston een melancholisch maar krachtig begin van de dag. Frontman Jack Underkofler toonde zich de onbetwiste blikvanger met breekbare vocalen en een podiumprésence die je niet kon negeren. Aanvankelijk wat afwachtend, liet het publiek zich al snel meezuigen in het verhaal. Bij nummers als ‘Running In Circles’ en ‘Hurt’ werd luid meegezongen. Ondanks een paar momenten waarop de vocals het aflegden tegen de gitaren – zoals tijdens ‘Uto’ – bleef de impact overeind. Zelfs hun komische “Pinkpop-flater” werd met humor verwerkt. Een band die z’n plek op Graspop meer dan verdiende.

*Foto’s: Spectral Wound*

Van introspectieve rock naar pure razernij: Spectral Wound uit Montréal blies een ijskoude wind door de “Marquee”. Deze Canadezen kwamen niet om te entertainen, maar om te vernietigen. Geen poespas, geen praatjes, enkel een verschroeiende set black metal. De combinatie van meedogenloze riffs, schurende melodieën en een ritmesectie die als een bulldozer over je heen denderde, liet niemand onberoerd. Nummers als ‘Frigid And Spellbound’ en ‘Aristocratic Suicidal Black Metal’ maakten duidelijk dat dit geen instapmetal was. Geen theatrale toestanden, maar pure intensiteit. De tent stond verrassend vol voor dit vroege uur, en wie erbij was, wist dat hij getuige was van een van de meest compromisloze sets van de dag.

*Foto’s: House Of Protection*

Dat een nieuwe band meteen indruk kan maken, bewees House Of Protection, het nieuwe hardcore project van ex-Fever 333-leden Stephen Harrison en Aric Importa. De energie droop ervan af vanaf opener ‘Pulling Teeth’. De eerste circle pit was meteen een feit, en het publiek beet gretig toe. Bij ‘Learn To Forget’ stapte Harrison het publiek in met gitaar en statief, om daar zelf een circle pit op gang te trekken. Later klom hij zelfs langs de zijkant van het podium naar de nok van de “Jupiler Stage” om daar zijn gitaar achteloos achter te laten. De adrenaline gierde, en de festivallegendes werden hier al vroeg op de dag geschreven.

*Foto’s: Bloodhunter*

Spaanse furie met een metalen hart. Ondanks een pover geluid (waar de band zelf niets aan kon doen), wist Bloodhunter te overtuigen met een furieuze mix van melodische death metal, thrash en klassieke invloeden. Met nummers uit ‘The End Of Faith’ en ‘Knowledge Was The Price’ brachten ze technische perfectie en brullende kracht samen in een set die meer verdiende dan de akoestiek die ze kreeg. Maar muzikaal? Super!

*Foto’s: Employed To Serve*

Alsof een storm over de “Jupiler Stage” trok: Employed To Serve, uit het Verenigd Koninkrijk, speelde een verwoestende set waarin hardcore en metalcore samensmolten tot pure chaos. Zangeres Justine Jones haalde alles uit haar hese strot en zweepte de massa op. Circle pits werden groter, crowdsurfers bleven komen, en handen vlogen de lucht in. Het geluid was scherp, de energie tastbaar, en ondanks het hels warme weer ging geen enkele aanwezige uit de weg voor brute breakdowns en verpletterende riffs. Hoogtepunt: de massale pit tijdens ‘Force Fed’.

*Foto’s: Polaris*

Polaris uit Australië kreeg een goed gevulde “Jupiler Stage” voor zich en stelde niet teleur. De band bracht stevige, zij het enigszins voorspelbare metalcore met herkenningspunten zoals ‘Nightmare’ en ‘Overflow’. Jamie Hails mocht dan wel schor klinken, de drive bleef intact. Bassist Jake Steinhauser blonk uit in zijn cleane vocalen en gaf emotionele lading aan het geheel. Niet vernieuwend, maar wel strak gebracht – en dat werkt gewoon.

*Foto’s: Me First And The Gimme Gimmes*

Even zin in een feestje? Me First And The Gimme Gimmes leverden precies dat. Hun punkrockversies van klassiekers uit alle hoeken van het muzikale spectrum (van Dolly Parton tot Culture Club) zorgden voor een golf van herkenning én dansmoves. Zelfs de security vooraan liet zich af en toe verleiden tot een dansje tussen het “mensenvangen” door. Het kleurrijke gezelschap op het podium bracht niet alleen covers, maar vooral sfeer. Een vrolijke, luidkeels meezingende massa genoot met volle teugen. Dit soort luchtige, verbindende momenten mogen gerust vaste prik worden op elke Graspop-dag.

*Foto’s: Jinjer*

De Oekraïense metalband Jinjer sloot de “Jupiler Stage” af met een wervelwind van techniek en kracht. Frontvrouw Tatiana Shmayluk switchte moeiteloos tussen cleane zang en diepe grunts, alsof ze twee vocalisten in één lichaam verenigde. Met nieuw werk van het album ‘Duél’ en klassiekers als ‘Pisces’ en ‘Vortex’ speelden ze een strakke, overweldigende set. De zone voor de stage stond afgeladen vol – en terecht. Jinjer is geen hapklare brok, maar wie zich erin vastbijt, wordt rijkelijk beloond. Crowdsurfers bleven komen, en de crew draaide op volle toeren. Een waardige afsluiter van een snikhete maar onvergetelijke dag.

Graspop bewees op deze vrijdag eens te meer dat muzikale diversiteit niet ten koste hoeft te gaan van kwaliteit of intensiteit. Van introspectieve rock tot allesverzengende black metal en opzwepende punk: dit was een dag waar je enkel met een gelukzalige glimlach van kon bekomen. En morgen? Morgen komen we het gewoon opnieuw.

Tekst en foto’s: Peter Vangelder.